zaterdag 20 december 2014

Webupdates in het land van ooit

Een vriend van mij is sociaal wetenschapper. Toen ik eens het woord neo-liberaal in een mail gebruikte om het vigerende gedachtengoed van een bepaalde stroming in het huidige tijdsgewricht te karakteriseren, kreeg ik onmiddellijk een reprimande. Of ik wel wist wat neo-liberaal betekende en wanneer of dat het ontstaan was? Nee, dat wist ik niet.
Als het u interesseert, inmiddels ben ik bijgeschoold: De term is in 1938 gemunt op het Walter Lippman colloquium in Parijs door de Franse econoom Bernard Lavargne. De introductie van de term was bedoeld als een pleidooi om het aloude vrijemarkt-denken te verbinden met een voor die tijd moderne visie op overheidsinterventie. Met het idee om de basisgedachte van een vrije markt te behouden als aantrekkelijk kapitalistisch alternatief tegenover het oprukkende communisme en fascisme.

Altijd goed om vrienden te hebben die meer lezen en onthouden dan ikzelf!

Je kunt echter aanvoeren, en dat is óók waar, dat de term neo-liberaal sinds de jaren '60 van betekenis is veranderd. En het inmiddels door de meeste gewone stervelingen wordt opgevat als een term die juist het accent op de rabiaat liberale kant legt. Gewoon: het nieuwe liberalisme eigenlijk.

Een andere vriend van mij is nerd van beroep. En jawel hoor, toen ik hem ooit schreef dat ik digibeet was, waren de rapen gaar. "Jaco, digibeet bestaat helemaal niet!" Ook dat is waar. Het is een raar woord, een mislukte samentrekking tussen digitaal en analfabeet. Het mist het voorvoegsel "an", of "a" waardoor het formeel niks betekent. In de praktjk echter weet iedereen wat er bedoeld wordt, en is het een woord dat daardoor zinvol kan worden gebruikt.

Ik ben dus gewoon digibeet. Misschien ook wel een beetje neo-liberaal in de oorspronkelijke betekenis met een sociaal en groen sausje. Terwijl ik dit nalees, heb ik last van een negatief onderbuikgevoel. Ik, neo-liberaal? Gatver! Terwijl ik het gewoon ben. Ik ben zeker voor het kapitalisme met afgeschaafde scherpe kantjes  Wie niet behalve Kim Jung-on?
En digibeet. Als ik hier had geschreven dat ik a-digitaal ben, denkt u dat ik problemen heb met mijn kiezen, ergens rechtsboven achterin.

In dat mailtje gebruikte ik het "D" woord om mijn blijdschap te uiten dat hij mij voorstelde om ten behoeve van het updaten van onze website een programmaatje in elkaar te flatsen waarmee ik WYSIWYG aan het werk zou kunnen. Dat leek me geweldig, want hoewel ik motieven te over had/heb om zelf de updates uit te kunnen voeren, zag ik werkelijk enorm op tegen het mijzelf aanleren van html.codes. (Voor de échte digibeten onder u: What You See Is What You Get en html is de naam van een taal waarin nerds en computers met elkaar praten.)

Kloontje in het land van Ooit

Helaas is zijn voorstel in schoonheid gestorven, althans voorlopig bij Kloontje gaan wonen, zodat ik afgelopen dagen tóch mijzelf aan de html-handleiding voor dummies heb gewaagd.

En verdomd, zoals mijn webmaster ooit schreef: "It ain't rocket science!" Ofwel, het lukt. Ik kan teksten editten, plaatjes plakken, links opnemen en intussen een heleboel meer en die website blijft gewoon online beschikbaar. (Of alles staat in mijn cache, daar zal ik eens een vriendin een mailtje over sturen.)

Meer dan in het Land van Ooit, waan ik mij nu in Fabeltjesland Heerlijk!

Terug naar de website

vrijdag 19 december 2014

Het droevige verhaal van het beertje Auberta

Als ik de krant, gasflessen of mijn zoon op moet halen, rijd ik noodgedwongen over een visotter-viaduct. Met subsidie van de Europese Unie zijn beneden in het meer ooit visotters geherïntroduceerd. Zonder verkeersexamen te hebben afgelegd, want die visotters werden doodgereden als ze zich van hun hol naar het meer begaven. Jammer.

Daarop werd een aanvullend subsidievoorstel ingediend voor de aanleg van het viaduct. Een paar ton verder was de blijdschap bij de natuurbeschermers dan ook groot dat in de speciale corridor, die toegang geeft tot dat viaduct, in de winter nà aanleg sporen in de verse sneeuw aantoonden dat het viaduct gebruikt werd. Weliswaar vindt nog steeds geregeld een otter zijn of haar einde onder de voortrazende autowielen, maar soms dus niet.

Over de zin en onzin -vandaag waren het gasflessen én de krant- nadenkend van natuurbescherming, moest ik aan het beertje Auberta denken. Wat ik nog haast vergeet: Die visotters leven van forellen. Door een combinatie van menselijke overbevissing én een kolonie blauwe reigers, die hier eigenlijk niet thuishoren, én een overwinterende kolonie aalscholvers, ook hun verschijnen is dubieus, én die paar visotters, raakt de forel op. Jaarlijks wordt het rantsoen van alle disgenoten daarom enige malen aangevuld met gekweekte, levende, forel. Die worden met tankwagens tegelijk in het meer gekieperd. Al met al een hoog dierentuin-gehalte, vind ik. Om over natuurlijk evenwicht niet te spreken.

Auberta werd vorige winter geboren in een aangrenzende vallei. Nadat zij met haar moeder uit de winterslaap was gekomen, heeft de moeder haar verstoten. Waarschijnlijk, we zullen het nooit weten. In ieder geval verscheen Auberta op zekere dag in het voorjaar in een moestuin van het dorpje Aubèrt. Daarom heet zij Auberta. Moederziel alleen. De plaatselijke boswachter werd verwittigd en nadat Auberta gevangen was, werd zij gedurende een paar weken iedere dag het bos in gebracht in de hoop dat haar moeder haar liefdevol zou opnemen. Wat niet gebeurde.
Auberta, het is wel een snoezepoesje!


De beren in de Pyreneeën zijn nakomelingen van Kosovaraanse immigranten. Ook een herintroductieprogramma. Daarom is ieder beertje dat geboren wordt een succesje.
Ten einde raad werd daarom voor Auberta een soort kunstmoeder georganiseerd. Voor haar werd een stuk bos afgehekt en het voer werd haar verstrekt door middel van een ingenieuze sluis, zodat zij geen contact met mensen zou hebben. Het ging goed met Auberta (al mocht niemand haar bekijken) en aan het begin van de herfst was zij aan vrijlating toe. Je kunt je afvragen of een allenig opgroeiend berenjong de vaardigheden ontwikkelen kan die nodig zijn om zelfstandig te kunnen overleven, maar laat ik niet al te gereformeerd doen. 

Nu wilden de deskundige begeleiders van het herintroductieprogramma haar graag kunnen volgen in de toekomst en daarom werd er bij Auberta een chip ingebouwd. Na de operatie zou zij nog twee weken in onzichtbare observatie blijven totdat het grote moment daar zou zijn.

En toen klom Auberta in een boom. Viel zij of sprong zij, het is gebeurd buiten het bereik van de webcams, uit die boom en bleef met haar nog verse operatiewond aan een takje of iets dergelijks haken. Ze haalde de wond open en bloedde, in de naar schatting drie uur dat zij niet op de beelden in de controlekamer te zien is geweest, dood.

Zo eindigt het droevige verhaal van het beertje Auberta.

Terug naar de website

dinsdag 16 december 2014

Vrijwilligerswerk

Toen wij ons destijds, nu 20 jaar geleden, hier vestigden, betekende dat volgens een deel van het dorp een grote stap voorwaarts. Jong waren we nog. Sterk ook wel. Bovendien vestigde zich direct na ons een ander stel van vergelijkbare leeftijd.

De zich al meer dan een eeuw voltrekkende ontvolking en vergrijzing (rond de 70 inwoners midden 19e eeuw tot 11 personen in 1994 met een gemiddelde leeftijd van bijna 70 jaar) leek te worden gekeerd.
Tussen juli en november 1994 daalde de gemiddelde leeftijd met 10 jaar en nam de bevolking toe met 37%! Bovendien kregen beide jonggevestigde gezinnen samen al snel niet minder dan 6 kinderen en vielen  er aan de bovenkant van de bevolkingspyramide een paar af, vestigden zich nog meer jonge mensen, zodat in het jaar 2004 de bevolking uit niet minder dan 25 personen bestond met een gemiddelde leeftijd van 33 jaar. Meer dan 100% groei en een ruime halvering van de gemiddelde leeftijd.

Dat was meer dan de sociale cohesie op kon vangen. Nog eens verergerd door het opknappen van een stuk of wat huizen voor vakantiewoning in dezelfde periode. Dat is weer een ander onderwerp.

Vrij snel na de vestiging van de pioniers werd het traditionele dorpsfeest weer georganiseerd en werd het treball comu (werken voor de gemeenschap) in ere hersteld. Met die oudjes ging het samenwerken wat minder, dus Sergi en ik moesten er al snel aan geloven. 
Nooit zal ik vergeten hoe wij na een paar jaar stenen sjouwen onze inwijdingsrite ondergingen. Op een middag werden we meegevoerd naar de dorpsbronnen om deze te reinigen, maar vooral om te ontdekken waar ze waren. De locaties van de bronnen waren min of meer geheim. Er zou eens een kwaadwillende vreemdeling gif in het water kunnen gooien! Dat verzin ik niet, het was werkelijk een argument. Jaren later heb ik mijn eigen jongens (Suus was het huis al uit) deelgenoot gemaakt. Grappend zei ik tegen hen dat er met hen erbij maar 5 mannen in de wereld zijn die weten waar de 5 heilige bronnen zich bevinden, dus dat zij het goed moeten onthouden en aan hun kinderen doorgeven.......

Treball comu was vanouds het gebruik -wellicht op instigatie van de adel of de kerk, al was er vroeger in Catalonië een informeel bestuurssysteem waar alle mannelijke huishoofden een rol in speelden- om met name infrastructurele werken uit te voeren die boven het individuele belang uitstegen. Het onderhouden van de paden naar de akkers en weidegronden of naar het volgende dorp. Deze werkdagen waren verplicht. Naarmate de overheid een grotere rol in de maatschappij krijgt, neemt de noodzaak hiervan uiteraard af. "Daarom betalen we toch belasting" en dat soort argumenten, waarmee de verplichting die vroeger een uitweg uit het prisoners-dilemma bood, wordt ontlopen. 

Inmiddels zijn we weer 10 jaar verder. De bevolking is afgenomen tot 14 zielen en de gemiddelde leeftijd gestegen tot 47. De Spaanse overheid is nagenoeg failliet, dus de gemeente probeert op alle mogelijke manieren te bezuinigen.

Het treball comu lijkt, ondanks meerdere min of meer mislukte pogingen van mij om daar contuniëteit in te bewerkstelligen, weer terug waar het in 1994 was. Minstens licht comateus.

Daarom doe ik het de laatste jaren grotendeels alleen. Weliswaar probeert de burgemeester (uit het hoofddorp van de gemeente is dat) mij voorzover de gemeentekas het toelaat voor dingen te betalen, maar...........

Onderstaande foto heb ik gemaakt om mijn dorpelingen (en tweedehuisjes eigenaren) te laten zien wat ik gedaan heb aan het dak van de kerk. Leien vervangen en het mechanisme van de klokken gerepareerd.



Stiekem hoop ik dat ik hen kan motiveren om een aantal van mijn andere treball comu bezigheden minstens gedeeltelijk van mij over te nemen.

Soms denk ik namelijk, als ik bijvoorbeeld het kerkhof aan het maaien ben: Pffffft, mijn ouders liggen hier niet begraven.

Terug naar de website

woensdag 10 december 2014

Gier in strop

oorspronkelijk gepubliceerd april 2004


Het is hier in het winterhalfjaar toch altijd erg leuk met dieren.

Vorige week zag ik naast de weg naar het volgende dorp een hele troep vale gieren planeren boven een plek waar een paar weken eerder een wild zwijn in een strop had gelegen (en ook was opgegeten). We zagen op de plek van de strop ook iets bewegen. Vlug naar huis, fototoestel ophalen en op weg naar de strop. Daar bleek weer een nieuw wild zwijn in te hebben gezeten, maar de kop was er inmiddels vanaf (waarschijnlijk de boer die de kop aan een opzetter had verpatst).

Door het verwijderen van de kop lag de strop weer vrij, en daar had een gier zíjn kop weer doorgestoken. En nu zat de gier dus vast.

Wij -mijn opperman Lluis, die mij helpt met de verbouwing van het huis in het volgende dorp, en ik- hebben toen de bos touwtjes, waarmee de strop aan de boom vastzat, doorgesneden met een steen. De gier ondertussen op een goeie meter zenuwachtig vleugelslaand en opspringend.
Eenmaal touw door, wat te doen? Het idee om een aasetend, groot (snavel en poten) beest te benaderen en eens rustig proberen de strop los te maken sprak mij niet erg aan. Al was het maar omdat zijn snavel en klauwen nog dropen van de resten rottend zwijn.

Dus losgelaten, waarop gier, met zo’n twee meter vanaf zijn nek bungelend staaldraad, wegvloog. We waren hem snel kwijt. Niet zeker of het de gier echt gelukt was hoogte te winnen of een stukje verder een noodlanding had gemaakt?

Na die tijd ook geen gier met touwtje meer over zien vliegen. Spannend was het wel.

Voortschrijdend inzicht: Jaren later reageerde een "echte" vogelaar aldus: "Da's makkelijk: Een zak over zijn kop en hij blijft rustig zitten. Vast waar. Alleen had ik even geen zwarte vuilniszak in mijn achterzak.


Terug naar de website

maandag 8 december 2014

Aardbeving

Kom thuis na een weekend hard werken. Om het buitenpiste skiën van de jongens een beetje te volgen, kijk ik bij de afdeling lawinegevaar op de meteo-site. Zoals dat vaker gaat, valt mijn oog op andere dingen. Aardbevingen, houden ze ook bij bij de meteo.
Klik en kijk, waarbij mijn oog valt op een PDF van een aardbeving die in het nieuws is. Dat was vandaag om half één vanmiddag. In onze regio nog wel. Klik en download.
Hieronder is te zien wat ik zag. Aardbeving, faktor 2.8 op een diepte van 0 km. Dat was dus ongeveer onder ons huis. Bij navraag blijkt Franka hem te hebben gevoeld, de deuren klapperden, dus ze dacht dat er een paar forse windstoten waren.

Aardbeving op 7 december 2014

Het kan altijd nog gekker. Een jaar of wat geleden was er ook een aardbeving. Daarvan stond destijds in de krant dat het epicentrum in het stuwmeer hier beneden was . Sinds de ontdekking van de meteo kan ik dat nakijken, wat ik ook onmiddellijk gedaan heb. Wat blijkt, de krant vond het destijds wel handig om een meer dat een redelijke bekendheid heeft te noemen. Maar die aardbeving was dus echt rechtstreeks onder ons huis. Laat het 100m schelen. Ook die voelden we destijds, een 3.0.
Epicentrum 2007
De leukste echter was weer een paar jaar eerder. Onze eerste bewuste. Die was behoorlijk goed voelbaar in de regio en leidde dan ook tot commentaren op het schoolplein en in de supermarkt. Een bevriende vader had tegen zijn zoon in de puberleeftijd gezegd: "Hou toch eens op steeds  tegen die tafel aan te duwen!"

Bij de daaropvolgende naschok werd zoonlief met een draai om zijn oren bediend, hoewel hij stug bleef volhouden onschuldig te zijn.

Oppassen met aardbevingen, zeker als je een kind bent met traditionele ouders.

Terug naar de website