vrijdag 11 oktober 2013

Rabarber

Voorjaar 2011

Ik zal niet snel zeggen dat ik “groene vingers” heb. Toch heb ik wel iets met tuinen & plantjes. Eerst en vooral omdat het een tijdverdrijf is dat je noodgedwongen naar buiten brengt. De meeste activiteiten kun je bovendien uitvoeren, ik hoop dat ik niemand beledig, ik zal niet zeggen met het verstand op nul, maar zonder dat het een héél grote geestelijke inspanning van je vraagt. 
Er zijn ook mensen die beweren dat het wroeten in de aarde ontspannend werkt omdat het je verbindt met de oorsprong, de aardstralen of weet ik veel. Dat lijkt me kletskoek van flow-zoekers, bezig zijn met je handen terwijl je geest de vrije loop krijgt & neemt lijkt me meer dan voldoende verklaring, maar dit terzijde.
Een andere (eigen)aardigheid is dat het je met het leven verbindt. Zonder nu zelf als vaag te worden bestempeld: ik geef twee voorbeelden. Op mijn 13e kreeg ik van Sinterklaas, maar eigenlijk van mijn oma, mijn eerste kamerplant voor mijn niet lang daarvoor verworven eigen kamer. Een nietig exemplaar van de asperagus asperagus. Voor de niet-ingewijden en iets jongeren: een groene plant met sprieten waaraan kleine, dunne, ongeveer 2cm lange blaadjes zitten. Erg populair in de de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Mijn niet aflatende zorg en liefde, en vermoedelijk een portie genetische aanleg, zorgden in geen tijd voor een flinke bos fris groen op mijn kamertje. Want frisgroen kun je ze wel noemen, de sierasperges.
Verhuizing na verhuizing, jeugdliefde na eugdliefde, de asperge ging mee.  In mijn studententijd was de plant lange tijd vergezeld van een hele groene familie. Later bleef zij als enige over. Mij af en toe herinnerend aan mijn al jaren overleden grootmoeder. Zoals in honderd jaar eenzaamheid de grootmoeder langzamerhand weer de vorm aanneemt van de ongeboren vrucht die zij eens was, namen de afmetingen van mijn plant ook weer bijna de vorm aan die zij eens had toen ik haar kreeg. Op mijn 31e is de herinnering aan mijn oma op ruwe wijze, buiten mijn macht, medeweten en goedkeuring, geaborteerd. Dat is weer een ander verhaal.
Nadat mijn ouders waren overleden heb ik een rabarber-plant uit hun tuin gehaald. Rabarber als levende herinnering. Bovendien was het de enige groente, naast appelmoes, die ik als kind lustte. In beide gevallen zal het aan de suiker hebben gelegen. 
Ik heb ook een keer een pak rabarber-zaadjes gekocht waarmee ons hele terrein is overgroeid. Maar deze ene, je voelt hem al een tijdje aankomen, neemt een aparte plaats in.De afgelopen maand schoten overal de rabarberplanten de grond uit. Op de bezonde plekken iets eerder, in de schaduw wat later. Overal waar ik rabarber weet te staan kwamen de knoppen de grond uit die zich in een paar dagen tot aardige bladeren ontwikkelden. 
Overal? Nee, niet overal. Rabarber is óók een wortel-vermeerderaar, dus er kwamen planten op op plaatsen die ik helemaal niet verwachtte. De plant uit de tuin van mijn ouders echter, die zag ik maar niet.
Tot vanmiddag! Het eerste blad heeft zicht ontvouwd. Blij was ik en vervuld van goede voornemens: goed bemesten dit jaar, in het najaar scheuren en vermeerderen enz. Alsof je volgende week stopt met roken. We zullen zien, maar leuk is het wel!


Terug naar de website

Geen opmerkingen:

Een reactie posten